Na een uitgebreide veldstudie van ruim tien jaar in het onderwijs wil ik een vrij onbekende, maar allerminst onschuldige aandoening delen. Het betreft een complex van symptomen die los van elkaar makkelijk over het hoofd te zien zijn. In combinatie echter vertoont de patiënt in kwestie een overduidelijke en, voor ouders en leraren, bijzonder frustrerende aandoening: VWO-eritis.
Lijders aan deze kwaal herkent men aan een passieve leerhouding met een sterke focus op reproductief leren. Hoewel de leerling in kwestie weliswaar geïnteresseerd oplet tijdens klassikale uitleg, valt de inzet terug naar nul op het moment dat van hem of haar enige activiteit wordt verwacht. Tot de kernsymptomen behoort vooral de stelselmatige weigering het geleerde onder ogen van anderen, of überhaupt toe te passen. Men opereert in de veronderstelling dat er 1. Eerst geleerd moet worden en 2. Dat het leren thuis dient te gebeuren.
Voor het stellen van de juiste diagnose kunnen de volgende door ervaringsdeskundigen genoteerde zinsneden van pas komen. “Is het voor een cijfer?”, “Komt dit op de toets?", "Dat ga ik thuis doen”, “Ik moet eerst nog even samenvatten, dan ga ik pas oefenen”, ”Ik heb nog niet geleerd” (eventueel gevolgd door “Dat ga ik nog wel doen” of het allerminst geruststellende “Komt goed, mevrouw”). Extra oplettendheid is geboden bij zwijgzame individuen of ‘werkvermijders’. Ook in Havoklassen. VWO-eritis komt voor in alle onderwijstypen met een hoge prevalentie op atheneum en gymnasium.
VWO-eritis is makkelijk te missen, omdat de leerlingen die eraan lijden op het oog vaak, zij het niet altijd, een prima houding hebben. Ze letten op en zijn stil tijdens de uitleg, hebben met enige regelmaat het huiswerk netjes in de schriftjes, ze antwoorden beleefd op je vragen en schrijven pagina’s lange samenvattingen in meerdere vrolijke kleuren. Op inzichtelijke toetsen scoren deze leerlingen echter veel slechter dan je op basis van bovenstaande zou verwachten. De standaard remedie, veel bijles en steunuren, biedt geen soelaas. Er zijn gevallen bekend die pas in het academische leven ernstige problemen ondervonden. Een extra motief om VWO-eritis in een vroeg stadium te genezen of nog beter, te voorkomen.
Het zijn de leerlingen die zich hebben aangepast aan wat wij van ze vroegen, waarvoor we ze prezen, van ze eisten soms. Wie onze onnatuurlijke selectie heeft doorstaan is aangepast aan het standaardregime van 25 minuten uitleg, gevolgd door 12 minuten waarin de leerlingen doen alsof ze werken en de docent net doet alsof hij dat niet doorheeft, afgesloten door het vroegtijdig inpakken van de schooltassen. Toepassen en oefenen verschoven naar de zijlijn, naar thuis, naar nooit. In de les vragen we je niet naar wat je hebt begrepen, dat doen we wel op de toets.
Hoewel sommige karakters bevattelijker zijn voor infectie met VWO-eritis, moet de oorzaak ervan worden gezocht in het genoten onderwijs. Huiswerkcontroles, veel gedragsregels, alleen maar toetsen voor een cijfer, zendende docenten en weinig feedback op hoe je nou eigenlijk kunt leren wat je nog niet weet of kunt, behoren tot de risicofactoren. Na het donkere besef dat ik jarenlang het ontstaan van VWO-eritis in de hand had gewerkt, draaide ik mijn roer. Om leerlingen in staat te stellen zichzelf te genezen deelde ik bij de start van het hoofdstuk mijn leerdoelen om ze vervolgens zelfstandig en naar eigen plan naar dat doel toe te laten werken. Het enige wat mij restte was in de les oefenen, evalueren, me ervan vergewissen wat de opbrengst was van het leren. Dat beloofde het boek.
De eerste resultaten bedroefden mij ten diepste. Onderwijspraktijk is altijd weerbarstiger dan de wetenschap. VWO-eritis laat zich niet zomaar genezen. Naar de status van het leren vragen leverde mij een golf van verontwaardiging die zich nog het beste laat vergelijken met de reactie die men krijgt na het informeren naar iemands salaris. Dat doe je dus niet. Maar degene die wint is vaak de aanhouder dus geheel met het beste voor ogen ademde ik lang. Heel lang.
Met de traagheid die een evolutionair proces doet vermoeden, veranderde de wereld om mij heen. Dag in dag uit sprak ik mijn steun uit, stelde ik procesgerichte vragen, gaf ik ruimte, prees ik getoonde fouten, deelde ik mijn leerdoelen. Met grote moeite hield ik oplossingen voor me, bewaarde ik mijn geduld, weerstond ik kritische collega's, ik gaf zelfs mijn geliefde uitleg op. Langzaam, heel langzaam zag ik tekenen van genezing. “Mevrouw, u heeft de leerdoelen nog niet online gezet”, “Is er geen leerdoelencheck van leerdoel 7?!”, “Mag de Kerstmuziek uit, we kunnen ons zo niet concentreren.”......
Mijn 5 VWO worstelde dapper en ondeugend met mij mee. Genadig zagen zij direct dat ik uit de beste intenties handelde. Onhandig, klunzig en regelmatig mopperend, poogde ik samen met deze gezellige groep ons tij te keren. Met ups en downs. Maar ze stonden altijd voor me klaar. In het diepste dal, toen al mijn hoop vervloog door het kiepraampje in onze monumentale gevel, toen ik mij haast gewonnen waande door de heftige VWO-eritis koorts. Juist op dat moment spraken zij de legendarische woorden: “Maar mevrouw, we werken nergens zo hard als bij biologie hoor.”
Wat ik aanzag voor een falend experiment was een bruisend succes dat hooguit zijn einddoel nog niet had bereikt. Ik had alleen maar oog voor wat er nog kon zijn, niet voor wat er al was. Dat is dus het verraderlijke van VWO-eritis. Het infecteert ook de docent….
Geschreven ten behoeve van een VWO-eritis-vrije wereld